Auteursrecht nog steeds uit balans

Op 26 maart keurde het Europees Parlement de richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt goed. Europa wil hiermee de bestaande regelgeving rond auteursrecht harmoniseren en aanpassen aan de uitdagingen in de digitale informatiemaatschappij.

Naar alle waarschijnlijkheid zullen de lidstaten op een bijeenkomst van de Raad van ministers op 15 april definitief hun fiat geven aan deze richtlijn. Dit betekent het eindpunt van twee jaar intensief lobbywerk rond een nieuw wetgevend kader voor auteursrecht. Ook het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving (SA&S) heeft i.s.m. de internationale coalitie ‘Copyright for Creativity’ (C4C) mee getracht dit proces te beïnvloeden in het belang van de gebruikers.

Is er vooruitgang gemaakt?

Ja en neen.

  • Het politieke gewoel rond deze richtlijn had vooral te maken de invoering van enerzijds een zgn. ‘upload filter’ voor online platformen om de verspreiding van beschermde content tegen te gaan en anderzijds van een nieuw naburig recht voor persuitgevers. Er bestaat veel kritiek op deze nieuwe bepalingen, die ook veel weerklank kreeg in de media. Het is nog niet duidelijk wat de impact kan zijn van deze bepalingen voor de erfgoedsector.
  • De wetenschappelijke wereld krijgt een regeling en nieuwe uitzondering voor ‘text and datamining’ (TDM). Maar ook voor culturele instellingen zal TDM toegelaten worden voor het uitvoeren van eigen  wetenschappelijk onderzoek. Dit is een erkenning van de onderzoeksrol van onder meer erfgoedinstellingen, wat een interessant precedent is. De Lidstaten worden aangemoedigd best practices uit te werken samen met de actoren in onderzoek en cultuur. Dit is in balans met de open science-politiek waarbij lidstaten worden aangemoedigd een nationale open science-coördinatie en dito beleid te hebben. Wellicht is deze nieuwe TDM-uitzondering nog het meest tastbare resultaat van heel de wetswijziging.

Andere aanpassingen zijn vooral relevant voor erfgoedinstellingen:

  • De bestaande preserveringsuitzondering blijft behouden en bevat weinig nieuwe elementen. De vermelding dat de uitzondering enkel geldt voor digitale preserveringskopieën van werken die “permanent tot de collectie behoren” blijft er jammer genoeg in staan. Met permanent bedoelt de wetgever dat de instelling de werken in bezit heeft of permanent bewaart via bv. depot. Ook digitale preserveringskopies die door derden gemaakt worden voor de instelling komen in aanmerking. De bepaling klaart een aantal grijze zones uit, maar blijft even strikt als voorheen. Van online toegang tot deze digitale objecten rept de richtlijn met geen woord.
  • De nieuwe uitzondering voor ‘out of commerce works’ (OOC) of werken die niet meer in de commerciële handel zijn blijft zeer beperkt. Cultureel erfgoedinstellingen zullen enkel OOC werken online kunnen aanbieden mits ze een collectieve licentie afsluiten via een representatieve beheersvennootschap. Indien er geen representatieve beheersvennootschap is dan geldt er een wettelijke uitzondering, maar blijft verzet van rechthebbenden altijd mogelijk. De lidstaten mogen ook zelf bepalen wanneer er precies van een OOC-werk sprake is (bv. de ‘cut off date’ bepalen). De richtlijn voorziet hier in allerlei complexe procedures die doen denken een de regeling voor verweesde werken en die voor erfgoedinstellingen moeilijk te hanteren zijn.

Het is een onmogelijke opdracht om alle bepalingen en wijzigingen van de richtlijn in dit bericht in detail toe te lichten. Bovendien moet ze nog omgezet worden in Belgisch recht. Daartoe beschikt een lidstaat over twee jaar. SA&S zal er de komende twee jaar mee over waken dat deze omzetting zoveel als mogelijk rekening houdt met de belangen van de gebruikers en van de onderwijs-, cultuur- en erfgoedinstellingen. We kijken dus met spanning uit wie de nieuwe federale bevoegde minister van economie zal worden. Maar ook de gemeenschappen kunnen de omzetting positief beïnvloeden en hun desiderata agenderen. Ook de volgende Vlaamse minister van cultuur krijgt dit dossier op zijn/haar bord.

Fundamenteel blijft het auteursrecht uit balans.

De dag na de stemming op 26 maart publiceerde Willem Vanneste, archivaris aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de VVBAD-sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer een opiniestuk in De Standaard. Daarin stelt hij dat hij zich als archivaris graag zou aanpassen aan de nieuwe digitale maatschappij maar dat deze nieuwe richtlijn niet veel soelaas biedt. Het grote struikelblok blijft de uniforme en automatische beschermingstermijn tot 70 jaar na het overlijden van de auteur. Daaraan verandert niets. SA&S klaagt dit systeem al jaren aan, zo ook in ons laatste memorandum voor de verkiezingen van 26 mei 2019.

Share